‘Jorwert was en is mijn Hollywood’


Door Ellen Stikkelbroeck

Regisseur Tjerk Kooistra is druk met het iepenloftspul van Jorwert Zijn hart zei onmiddellijk ja. Zijn hoofd moest er even over nadenken. Tjerk Kooistra (1978) uit Weidum sprong niet meteen in het diepe, toen hij eind vorig jaar werd gevraagd de nieuwe regisseur van het iepenloftspul in Jorwert te worden. ,,Ik probeer een goede verstandhouding tussen hoofd en hart te houden.” Na enig wikken en wegen besloot hij zijn kans te grijpen. Volgende week gaat zijn eerste Jorwerter iepenloftspul In dûbele Nelson in première. Ellen Stikkelbroeck Het is toch wel heel mooi als je vanuit de spelersgroep wordt voorgedragen om regisseur te worden”, zegt Tjerk Kooistra. Hoewel zijn hart onmiddellijk ja riep, dacht hij eerst een poosje na over het aanbod. ,,Is het een goede move? Is het haalbaar? Er ligt hier in Jorwert een enorm stuk geschiedenis; hoe moet je dat opvolgen?” Dertig jaar lang had Romke Toering de regie in handen; jaren waarin Kooistra zelf verschillende keren als speler op het podium stond. Kon hij een waardig opvolger zijn? ,,Je weet dat er vergelijkingen zullen komen, terwijl er geen vergelijkingen gemaakt kúnnen worden. Nog los van het verschil in ervaring, zijn de financiële mogelijkheden in Jorwert niet meer hetzelfde als vijf jaar geleden.” Kooistra voelde dat hij in Jorwert de kans krijgt om zich verder te ontwikkelen. Men verwacht niet van hem dat hij meteen hetzelfde niveau haalt als zijn illustere voorganger. ,,Het is niet dat ik niet meteen moet presteren - dat moet wel - maar een zes en half is ook goed.” Niet voor hemzelf overigens. Hij wil zelf liever een voorstelling neerzetten die een acht waard is. De keus voor hem als regisseur is geen vreemde. ,,Ik heb de afgelopen jaren veel toneel gedaan, ook de regie daarvan, al bleef dat bij toneel voor dorpshuizen. Maar men wist: hij is ermee bezig.” De liefde voor het theater zat er al vroeg in. ,,We woonden op een woonboerderij. Ik was altijd aan het fantaseren. De hooizolder zag ik als toneel waar ik mijn verhalen op kon voeren. Op mijn achtste ging ik voor het eerst mee naar het iepenloftspul van Jorwert. Ik droomde ervan daar ooit te staan. Jorwert was mijn Hollywood.” Van jongs af aan was hij al druk bezig met het schrijven voor toneel. ,,Dat waren vooral veel kleine Merkestukjes.” Toen hij een jaar of zeventien was, schreef hij een musical voor jongeren en begon zijn passie voor toneel en regisseren pas echt. ,,Er was een jeugdclub in Weidum die om de twee weken iets organiseerde. Een man in de organisatie wilde iets met toneel doen. Dat riep hij al een jaar of tien. Op ’n gegeven moment heb ik aangegeven dat ik dat ook wel wilde. Ik heb een heel verhaal bedacht, achttien liedjes geschreven en de leiding min of meer overgenomen.” Fierder heette de musical die het hele spectrum behandelde van het afscheid van de basisschool tot aan het eindexamen. ,,Alles wat jongeren meemaken, zat erin. Het verschil tussen stad en platteland, ouder worden, spijbelen, roken, criminaliteit.” De musical werd drie keer opgevoerd in Weidum. ,,Later is hij op verzoek van verschillende scholen nog eens opgevoerd in De Harmonie in Leeuwarden.” De opvoering van die musical heeft de jeugdclub van Weidum ,,een bepaalde artistieke input gegeven”. Voor het 125-jarig bestaan van de toneelvereniging in Weidum, in januari 2006, maakte Tjerk Kooistra een toneelbewerking van de film Chocolat met Johnny Depp en Juliette Binoche, naar het gelijknamige boek van Joanne Harris. ,,Ik heb er van alles bijgeschreven en veel uit het origineel geschrapt. Het is een heel aardig stuk geworden, dat groter groeide dan gemiddeld dorpstoneel. Dat is Burgum ook opgevallen. Daar is het in 2006 als Kakao opgevoerd als iepenloftspul.” Voor de versie in Burgum herschreef Kooistra het scenario samen met regisseur Anny Veenstra. ,,In Weidum was het een binnenstuk. Als het binnen wordt opgevoerd, kun je een toeschouwer door een bepaalde manier van belichten goed sturen in een verhaal. Dat kan buiten ook, als het donker is.” In Burgum werd het stuk opgevoerd rond midzomer, toen het ’s avonds licht was. ,,We hebben het dus opnieuw bewerkt; scènes langer gemaakt en het lichtplan veranderd.” Theatervak Een opleiding in het theatervak heeft Tjerk Kooistra niet. Na de afronding van zijn atheneum wilde hij uit gaan zoeken wat hij later wilde worden. ,,Ik wilde mezelf ontdekken.” In zijn hart wist hij al dat hij met theater verder wilde, maar zijn hoofd zei ‘dat lukt toch niet’. Hij besloot bij een verzekeringsmaatschappij te gaan werken. ,,Dat heb ik een jaar of vijf gedaan. Ik had best een goede functie, maar ik zag het toch als een soort van lopendebandwerk.” Ondertussen hield hij zich in zijn vrije tijd bezig met schrijven. Hij schreef scripts, korte verhalen en poëzie. Een schrijfopleiding volgde hij niet. ,,Ik heb het vooral zelf gedaan: schrijven, schrappen, mezelf verbeteren.” Uiteindelijk besloot hij de lerarenopleiding geschiedenis te gaan doen, gecombineerd met de Pabo. ,,Het onderwijs lijkt me een goede uitvalsbasis. Stel dat je voor toneel niets te doen hebt, dan zorgt het onderwijs toch voor een stukje inkomen en zekerheid.” Die studies heeft hij momenteel even in de koelkast gezet. ,,Na oktober moet ik daar weer mee aan de slag. Ik moet nog anderhalf jaar.” Zijn studie is op dit moment niet te combineren met Jorwert. ,,Het iepenloftspul is nu een meer dan fulltime job. Al voelt het niet als een baan.” Dat hij het druk zou krijgen met Jorwert wist hij zodra hij in november 2006 zijn jawoord aan het bestuur gaf. ,,Toen ik vorig jaar besloot het aanbod aan te nemen, liepen we eigenlijk al drie maanden achter. We zijn nu bijvoorbeeld ook al bezig met het iepenloftspul van volgend jaar. We weten welk stuk het wordt en wie we zullen vragen voor de rollen.” Kooistra zocht het stuk voor dit jaar, In dûbele Nelson, zelf uit; samen met de leescommissie. ,,Het is altijd een twist tussen wat we willen, wat we kunnen en wat het publiek wil. We moeten ons richten op een breed publiek. Het moet aantrekkelijk zijn voor mensen die slechts twee keer per jaar toneel zien - het dorpstoneel en Jorwert - maar ook voor mensen die vaker naar een voorstelling gaan. Het hoeft niet zo laagdrempelig te zijn als wat een Endemol brengt, maar we kunnen ook niet de zware stukken van het wereldtoneel opvoeren. Dan krijg je geen vijfduizend mensen in de tuin. Je komt al gauw uit bij een film.” In dûbele Nelson is ook gebaseerd op een film: Lucky Break (2001) van regisseur Peter Cattaneo. Tjerk Kooistra schreef het scenario samen met Jan Schotanus. Het verhaal speelt in een gevangenis, waar de directeur op het idee komt om een toneelstuk op te voeren. Zo’n productie kan immers een bevrijdende werking hebben op de gevangenen. Ze kunnen even ontsnappen aan de realiteit. Een groepje mannen ziet zijn kans schoon om die bevrijdende werking letterlijk te nemen. ,,Ze krijgen door dat toneelstuk de mogelijkheid om aan attributen te komen die ze normaal in de gevangenis niet kunnen krijgen. Bovendien zal het stuk worden opgevoerd in de minder goed bewaakte kapel naast de gevangenis. Een groepje bedenkt dat het dan ook wel echt kan ontsnappen.” De titel van het iepenloftspul In dûbele Nelson verwijst naar die dubbele ontsnapping: de mentale en de fysieke. ,,Bovendien gaat het toneelstuk in de voorstelling over de zeeheld Nelson. En de term ‘dubbele nelson’ is een term uit de worstelsport voor een klem waarin je iemand vastzet.” Geaccepteerd Het repetitieproces valt Tjerk Kooistra tot nu toe mee. In het begin was hij nog wat onzeker. ,,Ik dacht wel eens: wie ben ik om te zeggen hoe je iets moet spelen? Maar dat doe ik wel en het wordt geaccepteerd. Ik ben iemand die zich ontzettend goed voorbereid, dus ik wist ook wel wat ik wilde neerzetten. De rol van regisseur went snel. Het is gejen probleem om iemand even op zijn plaats te zetten en daarna weer gewoon met diegene te praten.” De discipline van de ploeg is heel sterk. ,,Als ik na de koffie zeg: ‘we beginnen weer’, dan staat iedereen binnen een minuut weer op zijn plek. We werken echt met elkaar samen. Mensen voelen zich thuis.” Eigenlijk vindt hij de term ‘spullieder’ mooier en toepasselijker dan ‘regisseur’. Hij hoeft de ploeg niet niet te zeggen: nu moet je vier stappen naar voren en dan drie naar rechts. ,,Sommigen hebben dat nodig, maar hier zijn het topamateurs.” De spelers moeten zichzelf voor de repetities al verdiepen in hun rol. Dat deed Kooistra zelf vroeger ook. ,,Je probeert thuis al eens uit hoe je een zin op vier verschillende manieren kunt zeggen. Dan zoek je de mooiste uit. Op die manier regisseer je jezelf al een beetje. De productie is een omkaderd geheel waar elke speler zichzelf inpast. Als regisseur hoef je pas in te grijpen als ze er een heel andere kleur aan geven dan je voor ogen hebt.” Kooistra noemt zichzelf een regisseur zonder poespas. ,,Ik doe niet aan warming-ups en dat soort gedoe. Amateurs kunnen beter goed bezig zijn met hun rol, dan met al die moderne poespas.” In zijn manier van regisseren lijkt hij wel wat op zijn voorganger Romke Toering. Logisch ook; onder zijn leiding heeft hij het vaakst zelf als speler op het toneel gestaan. ,,Je neemt altijd wel wat mee van de regisseurs met wie je hebt gewerkt.” Vlak voor de zomerstop nam een van de spelers aan het eind van de repetitie even het woord, om de nieuwe regisseur te bedanken voor zijn manier van werken en de prettige manier waarop het repetitieproces verliep. ,,Toen had ik toch wel even een brok in mijn keel”, erkent hij. Het iepenloftspul Jorwert heeft het dit jaar een stuk krapper dan voorgaande jaren. Er is sinds het jubileum in 2003 een tekort van 125.000 euro. Hoewel de provincie eerst had toegezegd dat gat aan te vullen, is het nu nog de vraag of dat ook werkelijk gaat gebeuren. De krappere financiële middelen voelen voor Tjerk Kooistra niet als een beperking. ,,Ik maak me niet druk om het geld, daar is een zakelijk leider voor. Bovendien zijn de ideeën voor dit iepenloftspul al gemaakt met de wetenschap dat het ietsje minder groot moest.” Dat ‘minder’ is in de Notaristún letterlijk terug te zien aan de grootte van de tribune. Het aantal zitplaatsen is teruggebracht van 750 naar 590. Daardoor zullen de bezoekers weer duidelijker het gevoel hebben dat ze in een tuin zitten. Het iepenloftspul moet weer meer ‘het Jorwerter gevoel’ uitstralen, zoals het bestuur het noemt. De keus voor Tjerk Kooistra als regisseur is daarbij een logische. Hij heeft zelf jarenlang in Jorwert gespeeld; hij kent de ins en outs. ,,Dit was en is mijn Hollywood.” Variatie Voor de toekomst heeft de Weidumer nog ideeën en plannen genoeg. ,,In 2008 gaan we in Jorwert As it is in heaven doen. De eerste toneelversie hebben we al klaar.” Met de leescommissie oriënteert hij zich ook al voor de jaren daarna. ,,Ik hoop dat we de kans krijgen om elk jaar wat te variëren.” In oktober begint hij met de regie van een zogenaamd ‘binnenloftspul’ in Weidum. ,,Begin volgend jaar moet in het dorpshuis van Weidum een locatietheatervoorstelling plaatsvinden. We gaan een stuk opvoeren over een Iers dorp, gebaseerd op de film Waking Ned. Het wordt een megaproductie door Weidumers. Ik heb geen zin om nog een toneelstuk te maken voor één avond, dus we willen het minstens zes, zeven keer opvoeren.” Verder heeft hij nog wel een paar ideeën voor het filmproductiebedrijf Tidder, dat hij samen met de Leeuwarder Wybo Smids runt. ,,Daar heb ik momenteel wat weinig tijd voor, maar nadenken kun je altijd. Als ik slaap droom ik de mooiste films.” Wat zijn uiteindelijke doel is, kan (of wil) hij nog niet zeggen. ,,Ik weet alleen dat als je al je doelen bereikt, je de lat te laag hebt gelegd.” Het iepenloftspul ‘In dûbele Nelson’ gaat op 30 augustus in première in de Notaristún in Jorwert. De voorstelling is daarna nog elf keer te zien tot en met 22 september. Meer informatie is te vinden op www.jorwert.nl. Kaarten zijn verkrijgbaar via www.teletickets.nl.




Friesch Dagblad - 2007-08-22